Oorzaken:

  • Erfelijke oorzaak  
  • Ziekte
  • Medicijngebruik
  • Ongeval tijdens zwangerschap of geboorte
  • Hersenvliesontsteking
  • Ongelukkige val op slaapbeen
  • Bij een aantal gevallen valt het niet te achterhalen

Wat is het verschil?

Veel horende mensen denken dat dove mensen helemaal niets horen. Terwijl veel dove mensen nog wel iets horen of gebruik kunnen maken van hoortoestellen. Er zijn verschillende gebieden:

  1. Prelinguaal: persoon is doof vanaf de geboorte of de doofheid is ontstaan vóór het 3e levensjaar. Iemand die prelinguaal doof is, is doof voordat de ontwikkeling van gesproken taal op gang is gekomen. Leren praten is voor pre-linguale doven vaak moeilijk. Ze leren praten door te kijken en te voelen. Doordat ze zichzelf niet kunnen horen hebben ze vaak een typisch 'doven-accent' of praten niet.
  2. Postlinguaal: persoon is doof geworden ná 3e levensjaar. Deze mensen hebben in hun eerste levensjaren een normale taalontwikkeling kunnen doormaken. Daardoor hebben zij al vóór het moment van doof worden belangrijke principes van hun moedertaal kunnen verwerven.

Gradaties en hulpmiddelen:

 

 

 

Slechthorendheid wordt over het algemeen uitgedrukt in dB HL (decibel hearing loss). Precieze grenzen tussen diverse gradaties van slechthorendheid zijn er niet, maar globaal zijn de volgende verschillen aan te geven:

 

 

 

 

 

  • 0 - 30 dB verlies: normaal gehoor tot licht slechthorend. Men hoort bijna alles of heeft moeite met het verstaan van gefluister.
  • 31 - 60 dB verlies: matig slechthorend. Men verstaat alleen met een hoortoestel in pas echt goed wat er gezegd wordt in een gesprek met minstens vier personen.
  • 61 - 90 dB verlies: ernstig slechthorend. Alleen met een hoortoestel in verstaat men wat er gezegd wordt in een gesprek met één persoon.
  • > 90 dB verlies: zeer ernstig slechthorend tot doof. Ook met een hoortoestel in kan men nauwelijks meer geluiden horen. Er wordt ook nauwelijks meer verstaan wat er gezegd wordt in een gesprek met één persoon.

 

Dove mensen kunnen helemaal niets meer horen, ook niet met een gehoorapparaat.

Mensen die slechthorend zijn, kunnen ondersteuning krijgen door een gehoorapparaat of Cochleair implantaat. De gradatie geeft wederom aan welke ondersteuning nodig is. Het kan namelijk zijn dat iemand een ondersteuning heeft, maar als hij/zij deze uit doet, juist weer doof is.

Vraag van tevoren op stage welke vorm, jouw cliënt heeft, zodat je beter kunt inschatten hoe je kunt communiceren/inleven.